EEN OVERZICHT
IN BEELD
De geïllustreerde
gids is een korte
samenvatting en
een overzicht van de reglementen,
voorwaarden en gedragsregels, zoals
die gelden voor de Boot en Big Game
visserij, om een claim te kunnen indienen.
Wij raden
u evengoed aan om, voor
zowel de
Nederlandse, de Europese als de
Wereld Lijnklasse Record Claims, de
voorwaarden goed door te lezen.
DUBBELE
LIJN EN ONDERLIJN
De
dubbele lijnen worden gemeten vanaf
het begin van de knoop of wartel op
de hoofdlijn,
tot aan de wartel of
knoop welke aan de onderlijn is bevestigd.
Bij gebruik van een dubbele lijn moet
deze
uit de daadwerkelijke lijn, de hoofdlijn,
bestaan welke op de molen of reel wordt
gebruikt.
In
alle lijnklassen tot
en met 10 kilo, mag de dubbele lijn
niet langer zijn dan 4,57 meter.
In alle lijnklassen
van meer
dan 10 kilo, mag de dubbele lijn
niet langer zijn dan 9,14 meter.
In
alle lijnklassen tot
en met 10 kilo, mag de onderlijn
niet langer
zijn dan 4,57 meter.
In
alle lijnklassen van meer
dan 10 kilo, mag de
onderlijn niet
langer zijn dan 9,14 meter.
De
lengte van de
onderlijn is de totale lengte inclusief
kunstaas, lures, haken, lood, etc.
In
alle lijnklassen tot en met 10 kilo
mag de gecombineerde
lengte van de dubbele lijn en de
onderlijn niet
langer zijn dan 6,10 meter.
In
alle lijnklassen van meer dan 10 kilo
mag
de gecombineerde
lengte van de dubbele lijn en de onderlijn niet langer
zijn dan 12,19 meter.
HAKEN
TOEGESTAAN
indien men niet meer dan twee haken gebruikt en elke haak
een vrij bewegende
enkele haak is.
TOEGESTAAN
indien de de haak, fleur of dreg aan de pilker niet groter is dan maat 8 en
een eventuele tweede enkele haak minimaal 30 cm. en maximaal 100 cm. boven
de pilker zit.
TOEGESTAAN
indien het kunstaas voor meervoudige haken is ontworpen maar beperkt tot
drie en
de haken moeten vrij kunnen bewegen.
TOEGESTAAN
als de ogen van de haken niet meer
dan 45,72 cm uit elkaar staan in aas
en
niet meer dan 30,42 centimeter in
lures .
NIET
TOEGESTAAN
als
de ogen van de haken verder uit elkaar
staan dan de bovenstaande specificaties.
NIET
TOEGESTAAN
als
de tweede of ‘trailing'
haak meer dan de haaklengte uit de ‘skirt'
steekt.
Zie
ook illustratie ‘aasrig'
met twee haken.
NIET
TOEGESTAAN
in
aas en lures als de ogen van de haken
minder dan een haaklengte,
van de grootste
haak, uit elkaar staan.
TOEGESTAAN
als
de ogen van de haken niet minder dan
een haaklengte uit elkaar staan en
niet meer dan 45,72 cm in aas en niet
meer dan 30,45 centimeter in lures.
TOEGESTAAN
in
aas en lures om de haak door het oog
van de andere te steken.
TOEGESTAAN
als
de ogen van de haken niet minder dan
een haaklengte en niet meer dan
30,45
centimeter uit elkaar staan.
Als
de ‘trailing' haak
niet meer dan een haaklengte uit de ‘skirt'
steekt.
TOEGESTAAN
als
de haak binnen de ‘skirt' blijft.
NIET
TOEGESTAAN
als
de enkele haak meer dan zijn lengte
uit de ‘skirt'
steekt.
NIET
TOEGESTAAN
als
de laatste haak niet stevig in of aan
het aas is vastgemaakt en
een losse
en / of swingende haak is.
TOEGESTAAN
als
beide haken stevig in of aan het aas
zijn vastgemaakt en de ogen
van de
haken zitten niet meer dan 45,72 cm
uit elkaar.
PIKHAKEN
TOEGESTAAN
op
boten als de touwlengte niet meer dan
9,15 meter is.
TOEGESTAAN
op
boten als de gehele lengte van de pikhaak
niet meer dan 2,44 meter is
HULPMIDDELEN
Hulpmiddelen
zoals outriggers, downriggers, vliegers
e.d. zijn uitsluitend toegestaan,
als de gebruikte vislijn daadwerkelijk
aan één van deze hulpmiddelen
wordt bevestigd.
De dubbele lijn mag
hiervoor echter niet worden gebruikt.
Ook outriggers
mogen ook worden gebruikt voor het
meeslepen van (extra) kunstaas, ‘teasers'
of lokkers, maar die mogen dus
niet zijn voorzien van een haak.
GEDRACHTSREGELS
- Vanaf het moment dat een vis aanbijt,
het aas of kunstaas pakt, behoort
de visser zijn vis aan te slaan,
te haken en te drillen.
- De gevangen
vis geeft uitsluitend recht
op een recordmelding wanneer
deze is gevangen door één
enkele visser zonder hulp van
derden.
- Als een hengelsteun
wordt gebruikt en een vis pakt
het aas of kunstaas, zal de sportvisser
zelf deze hengel uit de steun
moeten nemen om zijn vis aan
te slaan. De bedoeling van deze
regel is dat de visser de vissen
met de hengel in hand zal zal
aanslaan en vasthaken.
- Een harnas
of ‘vechtjas' mag worden
bevestigd aan de hengel of aan
de molen, maar absoluut niet
aan de vechtstoel. Het harnas
of de ‘vechtjas'
mag worden bevestigd door een
tweede persoon.
- Het gebruik van een vechtgordel
of vechtstoel is toegestaan maar
de gimbal moet vrij kunnen bewegen.
Een gimbal die de kracht, geheel
of gedeeltelijk, wegneemt tijdens
het drillen van de vis is niet toegestaan.
- Wanneer er
van een boot wordt gevist, en
de onderlijn binnen het bereik
komt van een tweede persoon,
zoals matroos of medevisser,
is het toegestaan dat deze zijn
hulp aanbiedt om de vis te landen.
Hij mag hierbij zijn handen gebruiken.
- Eén
of meerdere gaffers zijn toegestaan
en men moet de gaf normaal
vasthouden als men gaft.
ILLUSTRATIES © 2005,
STUDIO EYE CANDY, GRONINGEN.